Het neuropsychiatrische syndroom delier komt veel voor bij ouderen en heeft verstrekkende gevolgen voor de patiënt en diens familie. Er zijn drie subtypen van het delier: het hyperactieve, het hypoactieve en gemengde delier. Het hypoactieve of stil delier komt waarschijnlijk relatief vaker voor bij ouderen, maar wordt helaas regelmatig over het hoofd gezien.
De verpleegkundige neemt een centrale positie in bij het vroegtijdig herkennen van het hypoactieve delier en het inzetten van interventies gericht op preventie en behandeling. Ook voorlichten van familie en het betrekken van de familie bij de behandeling zijn hierbij belangrijke aspecten. Daarnaast wordt in dit artikel aandacht besteed aan de pathofysiologie,
diagnostiek en medicamenteuze behandeling van het hypoactieve delier.