De zorg voor een goed sterfbed is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg. Onderkenning van en communicatie over de start van de stervensfase is van het grootste belang.
Vermoeidheid, zwakte, gewichtsverlies, ophouden met eten en drinken, en sufheid zijn inherent aan de stervensfase.
De zorg is gericht op een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven c.q. sterven en op begeleiding van de naasten. Onnodige medische en verpleegkundige (be)handelingen worden achterwege gelaten en de medicatie wordt beperkt tot het hoogst noodzakelijke. Een gesprek met patiënt en naasten over wensen en verwachtingen ten aanzien van het overlijden en de periode daarna is onderdeel van de zorg.
Onrust in de stervensfase kan een gevolg zijn van blaasretentie, obstipatie, bijwerking van medicatie, symptomen die onvoldoende onder controle zijn, angst of delier. Toediening van vocht is zeer zelden noodzakelijk. Adequate mondverzorging en bevochtiging van de mondslijmvliezen zijn erg belangrijk.
Een gesprek met de naasten enkele weken na het overlijden maakt deel uit van de zorg.